Introductie

Op deze website beschrijf ik, Sam van Doorn, hoe ING bank mijn ex-compagnon Erwin de Ruiter hielp en adviseerde bij de diefstal van mijn trustbedrijf in 2005 en bij witwasserij van 2002 tot 2013. Ik vocht de diefstal aan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam en ik heb aangifte gedaan wegens witwassen.

De Ondernemingskamer constateert in 2007 wanbeleid en schending van mijn rechten op de onderneming. Omdat de frauduleuze kooptransactie is vernietigd, moet Erwin de Ruiter het feitelijke trustbedrijf aan mij terugleveren.

Tachtig klanten afgetroggeld

Erwin de Ruiter weet ING er echter met (zichtbaar) valse documenten toe te bewegen om mijn ongeveer tachtig cliënten over te dragen aan Inter City Management (ICM) bv, een beginnend trustbedrijfje, waarvan volgens interne ING-documenten Erwin de Ruiter zelf de ‘UBO’ ofwel eigenaar is. Het Gerechtshof Amsterdam veroordeelt Erwin de Ruiter en ICM ertoe mij een schadevergoeding van 2 miljoen euro te betalen. ICM verliest haar trustvergunning en wordt geliquideerd. Erwin de Ruiter verhuist prompt naar Dubai en betaalt niet.

Ik verwijt ING dat zij eind 2007 – zonder verifieerbaar bevoegde opdrachten en zonder verificatie bij mij – mijn circa tachtig cliënten heeft overgedragen aan ICM ofwel Erwin de Ruiter, terwijl de Ondernemingskamer De Ruiter juist kort daarvoor had veroordeeld om het feitelijke bedrijf – en dus de cliënten – terug te leveren aan mij.

In 2012 vervolgt het Openbaar Ministerie Erwin de Ruiter voor gewoontewitwassen onder de codenaam “EU Trust”. Erwin de Ruiter wordt in december 2018 veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Het hoger beroep is behandeld in oktober 2021.

Zesentwintig waarschuwingen

De top van ING is tussen 2005 en 2012 in totaal zesentwintig keer schriftelijk en goed gedocumenteerd gewaarschuwd voor deze diefstal en voor de megawitwasserij. (Zie 26 waarschuwingen voor ING, maar de bank deed niets). De enige reactie van de ING bank is echter geweest dat zij de langdurige relatie met mij beëindigt wegens “administratieve gebreken”. De bank doet dit nota bene veertien dagen na de uitspraak waarin de Ondernemingskamer mij in mijn rechten herstelt, na de diefstal.

Uit de gegevens van het strafrechtelijk onderzoek van de FIOD blijkt dat ING doelbewust heeft meegewerkt aan deze witwasserij. Daarom doe ik in 2015 ook aangifte tegen ING, wegens het medeplegen en faciliteren van witwassen.

Het OM vervolgt ING echter niet voor de feiten die wél hebben geleid tot de veroordeling van Erwin de Ruiter De bank heeft in 2018 voor 775 miljoen euro een megaschikking getroffen voor een andere grote witwasserij met de codenaam Houston en is daarmee volgens het OM “al voldoende gestraft”. Ik begin daarom een art. 12-procedure tegen deze schikking en eis dat de top van ING wordt vervolgd wegens het systematisch negeren van mijn vierentwintig waarschuwingen over strafbare feiten, te weten witwassen. Later bleek dat Barclays Bank en het OM ook al gewaarschuwd hadden; dus totaal 26 waarschuwingen.

Aan deze procedure hebben de gedupeerden Lohman c.s. en Pieter Lakeman van de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) meegedaan. Het gerechtshof oordeelt op 9 december 2020 dat oud-ceo Ralph Hamers van ING inderdaad strafrechtelijk vervolgd moet worden wegens het jarenlang systematisch negeren van waarschuwingen over witwassen.

Het blijft vooralsnog de grote vraag of het Openbaar Ministerie Ralph Hamers daadwerkelijk gaat vervolgen of dat deze zaak geruisloos in de doofpot verdwijnt.

Liegen tegen rechter

Op 21 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam Erwin de Ruiter ruim 1 miljoen euro aan profijt ontnomen in de witwaszaak. Als slachtoffer van de klanten- en bedrijfsdiefstal en witwasserij vis ik echter achter het net. Erwin de Ruiter betaalt, zoals gezegd, niets en zit vooralsnog veilig in Dubai.

Mijn schadeclaims tegen ING hebben ook weinig succes. De Rechtbank Amsterdam stelt op 1 november 2017 dat ING geen zorgplicht tegenover mij heeft geschonden en dat de overdracht van al mijn cliënten aan (“dief”) Erwin de Ruiter voldoende is gelegitimeerd door uittreksels van de Kamer van Koophandel te tonen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft (tegen beter weten in) dit vonnis in hoger beroep op 24 september 2019 bekrachtigd en de Hoge Raad heeft het cassatieberoep tegen dit arrest op 9 april dit jaar zonder enige vorm van toelichting verworpen

Na 9 april 2021 is mij echter gebleken dat ING tijdens de procedure heeft gelogen. De bank heeft in de civiele procedure herhaaldelijk bevestigd dat:

  • de formaliteiten voor de cliëntenoverdracht in orde waren;
  • daarmee de beschikkingsbevoegdheid over mijn cliënten mocht worden overgezet op naam van ICM;
  • de bank daardoor bevoegd was mijn klanten over te hevelen naar het electronic bankingpakket van ICM bij ING;
  • ING van al die klanten de daarvoor vereiste UBO-opdrachten van ICM had ontvangen.

Dat laatste kan niet waar zijn. Het wordt nu weersproken door de toenmalig adviseur van ICM die verklaart dat ICM destijds niet over UBO-opdrachten beschikte. Het blijkt ook nog eens uit de waarschuwingsbrieven van DNB aan ICM uit 2008 en 2009, die in mei 2021 boven water zijn gekomen.

Vanwege dit bedrog heb ik een herroepingszaak ingediend, waarin ik ruim 7 miljoen euro plus wettelijke rente sinds 2005 en geleden schade van de ING bank vorder.

Scroll naar boven