Zesentwintig waarschuwingen heeft ING ontvangen over de diefstal van mijn trustbedrijf en het witwassen door de handelstak van dat bedrijf. Die signalen kwamen niet alleen van mij en mijn advocaten, maar ook van correspondentbank Barclays en de FIOD. ING deed niets en heeft geen van de signalen serieus genomen. Dit is Waarschuwing nr 1.
In de trein naar Istanbul verneem ik, dat De Ruiter mijn trustbedrijf heeft gestolen met valse documenten. Ik ken Jan Zegering Hadders, bestuursvoorzitter ING Nederland, heel goed. Daarom bel ik hem ’s avonds thuis. Zegering Hadders zegt zes jaar later over dit telefoontje als getuige tegen de rechter-commissaris: ‘De heer Van Doorn belde mij vanuit de Oriënt Express bij de grens van Griekenland. De heer Van Doorn leek compleet in paniek (…) De heer De Ruiter moest Van Doorn terug betalen middels het door hem overgenomen trustbedrijf van Van Doorn. Nu was Van Doorn ter ore gekomen dat De Ruiter het trustbedrijf aan het leeghalen was en hij vroeg mij alle rekeningen te blokkeren.’
Directeur Toni van het Hof van de ING Trustdesk is op de hoogte van mijn telefoontje. Op 19 januari 2012 verklaart hij hierover als getuige tegen de rechter-commissaris in de civiele zaak van mij tegen ING Bank onder ede: ‘Ik weet zeker dat ik op 4 september 2005 werd gebeld met de mededeling dat ik Zegering Hadders moest bellen. Ik weet zeker dat het zondag was, want ik was die dag op de boot. Ik hoorde toen van Zegering Hadders dat er paniek was bij Van Doorn, dat er dingen zijn gebeurd die niet zo hadden behoren te lopen en dat ik een afspraak moest maken voor een bijeenkomst van Zegering Hadders, Van Doorn en mijzelf. Hij heeft mij niet over de inhoud verder ingelicht. Dit was dan ook de reden dat ik op 5 september 2005 Paap (de directeur van het trustbedrijf, SvD) heb gebeld om te vragen wat er speelde. (…) Paap vertelde mij dat er onenigheid bestond over de uitkoop tussen Van Doorn en De Ruiter in verband met de zekerheden die daarvoor gesteld moesten worden. Op 9 september 2005 vertelde Van Doorn mij dat de cliëntvennootschappen verplaatst waren en de aandelen van de vennootschapsstructuur zelf ook waren verplaatst. Paap vertelde mij daarover een heel ander verhaal en dat Van Doorn voor deze aandelenverplaatsing zelf had getekend.’