Zesentwintig waarschuwingen heeft ING ontvangen over de diefstal van mijn trustbedrijf en het witwassen door de handelstak van dat bedrijf. Die signalen kwamen niet alleen van mij en mijn advocaten, maar ook van correspondentbank Barclays en de FIOD. ING deed niets en heeft geen van de signalen serieus genomen. Dit is Waarschuwing nr 9.
Ik stuur Jan Zegering Hadders een brief, die De Ruiter rond 10 november 2007 aan zijn klanten heeft gemaild, toen het bedrijf nog onder bewind stond van de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder Drs. Hein Blocks. In die klantenbrief zegt De Ruiter dat de directeur van ING ermee akkoord ging om de klanten “soepel” over te dragen aan Trustkantoor ICM zonder due diligence. Verder wijs ik Zegering Hadders op mijn ontdekking dat het trustbedrijf Caute na mijn waarschuwing van 8 september 2005 (zie waarschuwing 1) ‘haar inkomsten via de Stichting Derdengelden Van Doorn’ (een andere derdengeldenrekening, die eveneens bedoeld is om geld van cliënten te stallen alvorens deze door te boeken) liet binnenkomen. Zo konden grote bedragen buiten de onderneming blijven.’ En zodoende kon De Ruiter conservatoire beslaglegging mijnerzijds ontlopen.
Ik voeg eraan toe dat uit het onderzoek van SBV Forensics is gebleken dat de bank heeft geaccepteerd dat het trustbedrijf na augustus 2006 de Stichting Beheer Derdengelden Caute gebruikte voor groot oneigenlijk buitenlands betalingsverkeer. Oneigenlijk, omdat een derdengeldenstichting geen ongebruikelijke transacties hoeft te melden en buiten het toezicht valt..
Ook schrijf ik Zegering Hadders Dat ik mijn bedrijven weliswaar terug heb gekregen dankzij de Ondernemingskamer, maar dat die grotendeels zijn leeggehaald. ‘Omdat de liquiditeiten door de Bank weggesluisd zijn via de Stichting Derdengelden Van Doorn en omdat de cliënten met hulp van de Bank weggesluisd zijn naar ICM (dat later eigendom van Erwin de Ruiter bleek te zijn). Zonder de actieve hulp van de Bank had De Ruiter dit alles nooit voor elkaar gekregen.’ Naar mijn idee is het ‘een majeure integriteitskwestie voor de bank’ geworden.
Omdat Zegering Hadders Niet reageert, bel ik hem een paar keer op, met als resultaat dat hij mij doorstuurt naar directeur Theo Pouw en later Diederik baron van Wassenaer.