Zesentwintig waarschuwingen heeft ING ontvangen over de diefstal van mijn trustbedrijf en het witwassen door de handelstak van dat bedrijf. Die signalen kwamen niet alleen van mij en mijn advocaten, maar ook van correspondentbank Barclays en de FIOD. ING deed niets en heeft geen van de signalen serieus genomen. Dit is Waarschuwing nr 23.
Omdat er nog steeds niets gebeurt, probeer ik het maar weer eens bij Diederik baron Van Wassenaer. ‘Op 19 juni jongstleden heb ik u benaderd met een ernstig vermoeden van grootschalige witwasserij door mijn bedrijven en mijn ex-stafleden via uw bank (de Bank). Ik heb u tevens gewezen op mogelijke samenspanning tussen uw trustafdeling en mijn ex-stafleden. Dit werd ingegeven door de aard en de inhoud van het informele e-mailverkeer met de Bank, alsmede door enkele moeilijk te begrijpen beheersdaden van de Bank jegens de Van Doorn vennootschappen.
Ik heb u geadviseerd om een extern forensisch onderzoek te laten instellen. U heeft echter voor een intern onderzoek gekozen. Op 29 juni jongstleden heeft een team van de Bank ons een uur bezocht voor een gesprek. Sindsdien heb ik niet meer van u of de Bank vernomen. Aangezien er sindsdien vijf maanden zijn verstreken, heb ik contact met u gezocht.
Uw mededeling dat uw onderzoek geen onregelmatigheden aan het licht heeft gebracht, heeft mij verbaasd. Ik heb u gewezen op (…) betalingsverkeer van vermoedelijk circa € 50 miljoen per jaar gedurende tenminste zes jaren via een 40-tal internationale structuren. Bovendien beschikte de Bank reeds sinds 2008 over mijn diverse schriftelijke waarschuwingen aan het adres van de heren Pouw, Leenaars en Demmers en het forensisch rapport van Dr. Schaap (SBV Forensics), waarin reeds werd gewezen op het risico van witwasserij. De Bank heeft kennelijk volstaan met een zeer globaal intern onderzoek, want van de onderzoekers heb ik nooit meer iets vernomen, terwijl zij wisten dat ik over alle facturen, contracten en al het informele e-mailverkeer beschikte. Het definitieve rapport is echter volgens u nog niet gereed.
Van onze kant hebben wij door de heer Schaap een aanvullend forensisch onderzoek laten verrichten. Zodra dit rapport voor publicatie geschikt is, zend ik het u in kopie toe. De eerste resultaten wijzen in de richting van een groot internationaal gestructureerd netwerk dat zich bezighoudt met het uitbrengen van spookfacturen in lidstaten en het doorbetalen van deze opbrengsten naar het Caraïbisch gebied via uw Bank gedurende een lange reeks jaren.
De omvang van dit betalingsverkeer vormt zonder twijfel ook de verklaring voor de hardnekkigheid waarmee de Bank (de trust desk) Erwin de Ruiter ten koste van mij is blijven faciliteren, met alle schadelijke gevolgen voor mij en de Van Doorn vennootschappen die daaruit zijn voortgekomen.
Inmiddels blijken verschillende buitenlandse rechtspersonen behorend tot de hiervoor bedoelde structuren, bijvoorbeeld in Italië (Intrattenimenti), maar ook in Duitsland en Spanje, voorwerp van fiscaal onderzoek, met verzoeken om rechtshulp en verzoeken om inlichtingen aan de Van Doorn vennootschappen tot gevolg.
Het moge duidelijk zijn dat ik tot iedere prijs wil voorkomen dat de naam Van Doorn wordt geassocieerd met de (vermoedelijke) witwaspraktijken van De Ruiter en Paap c.s. Om die reden, alsmede ter voorkoming/beperking van eventuele aansprakelijkheid jegens o.a. de fiscale autoriteiten, verlang ik dat genoemde activiteiten met wortel en tak worden uitgeroeid en dat passende sancties tegen de schuldigen worden getroffen.
Ik herhaal mijn visie dat de Bank en ik van nature geen opponenten zijn, doch dat wij tegen elkaar zijn cq worden opgezet door ondergeschikten middels verdachtmakingen, list en bedrog, om de aandacht af te leiden van de echte problemen. Daarom herhaal ik hiermee mijn voorstel aan u om via een gezamenlijke aangifte bij het functioneel parket van het OM in onderling overleg deze zaak snel en geruisloos in het reine te brengen….’