Veroordeling De Ruiter, ING vrijuit in hoger beroep

Het Openbaar Ministerie eiste 34 maanden. Maar het Gerechtshof Amsterdam komt – net als de rechtbank – tot een veroordeling van 36 maanden, vanwege het grootschalige karakter van de gepleegde fraude en het gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef bij Erwin de R.

Volgens het Hof heeft De R. feitelijk leiding gegeven aan valsheid in geschrifte en gewoontewitwassen en heeft hij deelgenomen aan een criminele organisatie. In tegenstelling tot de rechtbank ziet het hof “geen toegevoegde waarde” in een beroepsverbod, omdat De R. niet in Nederland woont of werkt. Daarbij komt dat hij al te lijden heeft gehad onder een internationale politiesignalering en reputatieschade door media-aandacht.

Vreemd genoeg bracht het gerechtshof zelf op de dag van de uitspraak een persbericht uit, in afwachting van publicatie van de complete uitspraak. Het anonimiseren van de veroordeling van 84 pagina’s kostte namelijk de nodige tijd.

Veroordeling wegens witwassen

Het hof acht het ‘zeer kwalijk’ dat het trustkantoor bij UBO’s van Europese vennootschappen bekend stond als een onderneming die hielp bij het ontduiken van belastingen. ‘De verdachte heeft ernstig misbruik gemaakt van het fiscaal gunstige klimaat in Nederland door te doen alsof de schijnconstructies geoorloofd waren. De verdachte wist dat dit niet het geval was en heeft deze desondanks aanvankelijk vanuit Amsterdam en vervolgens vanuit Monaco en Dubai nauwgezet aangestuurd.’

‘Onder zijn leiding leverde het bedrijf een essentiële bijdrage aan belastingontduiking in andere EU-landen, waarvoor een deel van zijn klanten strafrechtelijk is veroordeeld. (…) Gericht op het financiële voordeel dat hij kon behalen, heeft hij deze praktijken lange tijd voortgezet. Daarbij liet hij veel handelingen verrichten door zijn mededaders en medewerkers (…) Het hof kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de verdachte op die manier probeerde zelf zoveel mogelijk buiten beeld blijven in Nederland.’

Niet legaal

‘Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn aandeel in het geheel, laat staan voor zijn leidinggevende positie daarin. Integendeel: ten aanzien van de valsheden heeft hij telkens met een beschuldigende vinger gewezen naar de personen die hij had aangesteld als directeuren van de diverse (inhouse) vennootschappen.’

Wat betreft de schijnconstructies heeft De R. zich volgens de veroordeling ‘van de domme gehouden door te stellen dat hij niet betrokken was bij dossiers van klanten’. De R. ‘zou zich alleen hebben bezig gehouden met de globale leiding op afstand (…) en houdt overigens vol dat het ging om legale constructies die destijds algemeen geaccepteerd waren. Dat dit allemaal niet waar is, blijkt uit het dossier.’

De R. verdedigde zich met het argument dat het gebruik van doorstroomvennootschappen en rulings destijds volledig geaccepteerd was en niet strafbaar. Volgens het hof is het kenmerk van een standaard doorstroomstructuur dat een papieren werkelijkheid wordt gecreëerd, die niet overeenstemt met de economische werkelijkheid. Op papier doen de betrokken partijen het voorkomen alsof de doel- of inhouse vennootschap – in feite een brievenbusmaatschappij – zelf werkzaamheden verricht in plaats van geld over haar bankrekeningen laten doorstromen minus een commissie van 5%.

In werkelijkheid stuurde het handjevol personeelsleden van het trustkantoor voor miljoenen euro’s aan facturen voor niet (door haar) uitgevoerde werkzaamheden en diensten. De aldus afgeroomde winst werd enkele dagen later minus de commissie via de Pandora-achtige doorstroomstructuur doorgesluisd naar de klanten.

De R. screende wel of het geld niet afkomstig was van terrorisme, drugs, wapenhandel, witwassen of de porno-industrie en of er werd voldaan aan de eisen die DNB stelde aan de trustpraktijk. Maar hij bekommerde zich niet om de economische realiteit en de fiscale aanvaardbaarheid in het land waar de klanten aangifte moesten doen. Hij had volgens het hof ook moeten onderzoeken of de voorgestelde constructies vielen onder het rulingbeleid en niet zouden leiden tot misbruik van recht of handelen in strijd met te goeder trouw in relatie tot verdragspartners.

In acht dossiers uit deze zogenoemde ‘Trust EU’-zaak heeft De R. volgens de veroordeling in hoger beroep 25.541.787 euro en 4.999.943, 30 US dollar witgewassen. Dat is beduidend minder dan het Openbaar Ministerie becijferde: 86.306.722,67 euro en 30.454.329,76 US dollar. Maar nog altijd opvallende bedragen.

Eerlijk proces

Willem Koops, de raadsman van De R. in hoger beroep, heeft aangekondigd dat zijn cliënt cassatieberoep aantekent tegen de veroordeling. Hij is het principieel oneens met het oordeel van het hof over de eerlijkheid van zijn proces bij de rechtbank. De rechtbank had volgens Koops

  • geen genoegen mogen nemen met De R.’s opmerking dat hij zichzelf wilde verdedigen;
  • een zorgplicht om te onderzoeken of De R. ‘ondubbelzinnig, desbewust en vrijwillig’ afstand had gedaan van rechtsbijstand door een advocaat.

Volgens Koops is dit niet gebeurd, hoewel dossier complex was en het onderzoek lang duurde, de strafmaxima relatief hoog waren en er een eis tot ontneming was aangekondigd. Daarom had het hof de zaak moeten terugverwijzen naar de rechtbank, zodat de feiten alsnog goed werden beoordeeld in twee instanties.

Het gerechtshof zegt echter dat het onderzoek op de terechtzitting bij de rechtbank wel degelijk eerlijk is verlopen en dat de verdachte er bewust voor heeft gekozen zijn eigen verdediging te voeren. Er is geen psychiatrisch rapport waaruit blijkt dat hij niet in staat was zijn wil te bepalen. Verder heeft de verdachte zich in hoger beroep wél laten bijstaan door een rechtsgeleerd raadsman. Daarbij heeft het hof De R.’s bezwaren tegen de behandeling in eerste aanleg onderzocht en beoordeeld. Al met al kun je dus niet spreken van een oneerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM.

Geen veroordeling bank 

Tijdens de behandeling op de zitting gaf voorzitter mr. A.P.M. van Rijn raadsman Koops de gelegenheid vragen te stellen. Koops uitte onder meer zijn verbazing over ING, die nooit een signaal heeft afgegeven dat er iets mis was met de transacties. De voorzitter kapte de gedachte af: ‘Verbazing is geen vraag.’ Voorzitter Van Rijn is bezoldigd lid van de Tuchtcommissie, die niet mocht oordelen over de tuchtklacht tegen Ralp Hamers. De algemeen directeur van het aanklagersbureau meent namelijk dat de individuele verwijtbaarheid van de vele betrokkenen te gering is om de klacht door te spelen naar de commissie.

De witgewassen miljoenen stroomden over de ING-bankrekeningen van het trustbedrijf en de inhousevennootschappen. Het Openbaar Ministerie heeft echter niets gedaan met de aangifte tegen de bank. De beklagkamer van het Gerechtshof Den Haag zei in 2017 dat het ‘niet onredelijk’ is ‘dat het OM er om proceseconomische redenen van heeft afgezien een verbinding te leggen tussen de Trust EU-zaak en de Vimpelcom-zaak’. (zie dit feitenrelaas)

‘Het algemeen belang dat een bank als ING op een goede, eerlijke, integere en vertrouwenwekkende wijze functioneert en opereert’, wordt volgens het hof ‘voldoende gediend door het strafrechtelijk onderzoek tegen die bank en mogelijk daarbij betrokken personen’. Het persoonlijk belang van de klager (Van Doorn) is ‘onvoldoende om strafvervolging te rechtvaardigen’.

Het strafrechtelijk onderzoek in de Vimpelcom-zaak heeft echter niet geleid tot een openbare berechting en veroordeling van de bank. ING kocht dat voor 775 miljoen euro af, waarbij de verantwoordelijke bestuurders met de schrik vrijkwamen. In de beklagzaak over het niet-vervolgen van voormalig ING-ceo Hamers (naar aanleiding van de klacht van SOBI), concludeerde het Gerechtshof Amsterdam op 9 december 2020 dat het OM Hamers strafrechtelijk moet worden vervolgen, omdat hij op de hoogte was van het tekortschietende screening- en monitoringbeleid en daaraan als ceo – samen met anderen – actief aan heeft meegewerkt. (zie ook hier).

 

Dat het OM nu serieus werk maakt van de vervolging van Hamers staat allerminst vast.

Deel dit artikel
Scroll naar boven