ING heeft meegedacht bij de diefstal van mijn trustbedrijf door Erwin de Ruiter. Nadat De Ruiter in 2005 – op basis van vervalste notulen van de aandeelhoudersvergadering – de aandelen had ‘verplaatst’ naar een bedrijf van De Ruiter greep de bank niet adequaat in. Toen ik twee jaar later het bedrijf terugkreeg, droeg ING de klanten over zonder de vereiste UBO-opdrachten. Na een korte inleiding op het trustbedrijf volgt een overzicht van het meedenken in 17 stappen.
Het trustbedrijf. Samen met Erwin de Ruiter bezit ik driekwart van de aandelen van Van Doorn Corporate Development Group (VDCDG). (Roy Saunders, de oude baas van De Ruiter, bezit de rest). Ik ben directeur bij VDCDG, samen met Edward Paap. VDCDG houdt alle aandelen van Van Doorn Management Holding (VDMH). De directeuren van VDMH zijn voornoemde Paap, Ernst Jaap Rozenboom en ik.
Ik heb echter geen bemoeienis met de dagelijkse gang van zaken bij VDMH en haar dochters. Feitelijk ben ik alleen de eigenaar van het bedrijf. Want op basis van een converteerbare lening aan VDMH kan ik mij de aandelen van het bedrijf op elk gewenst moment toeëigenen. Ik kan het bedrijf dus naar mij toetrekken als ik dat wil.
Onder VDMH hangen de werkmaatschappijen Fipardo Holding en VDMTN/CMTN. Fipardo Holding is de zogeheten ‘handelstak’, die niet onder het toezicht van DNB valt, omdat die zich bezig houdt met ‘herfacturatie’ – een legale activiteit als alles netjes wordt gedocumenteerd. Fipardo is directeur van de eigen bedrijven, die worden genoemd in EB-pakket 1. Deze bedrijven worden later alle veroordeeld voor witwassen (o.a. BHC). Zie brief Dennis Kooren / ING d.d. 29/8/2000.
Het eigenlijke (‘reguliere’) trustbedrijf is Van Doorn Management The Netherlands (VDMTN). Dat ‘management’ verwijst naar de kerntaak van een trustbedrijf: het voeren van de directie over andermans vennootschappen. Die bedrijven behoren tot EB-pakket 2. In de correspondentie en gerechtelijke uitspraken wordt het trustbedrijf beurtelings aangeduid met VDMH, VDMTN en Fipardo Holding. Ook de naam Caute Management The Netherlands (CMTN) valt, want zo gaat VDMTN later heten. (De toevoeging The Netherlands wordt soms weggelaten of vervangen door NL).
De directie van VDMH kan VDMTN en Fipardo volgens de statuten niet overdragen zonder de toestemming van de enige aandeelhouder van VDMH: VDCDG. Aangezien Paap en ik directeur zijn van VDCDG beslissen wij tweeën. Het trustbedrijf en de handelstak kunnen dus niet zonder mijn fiat worden verkocht. Paap, De Ruiter en ING doen dat toch zonder mijn akkoord. De Ondernemingskamer vernietigt op 24 juli 2007 het VDMH-besluit van 15 augustus 2005 om mijn aandelen (wederrechtelijk) te verplaatsen naar de vennootschap van De Ruiter.
ING kende de statuten en deze beschikking van de Ondernemingskamer, maar werkt op 6 augustus 2007 desondanks mee aan de overdracht van het betalingsverkeer – en daarmee van de enige bedrijfsactiviteit van Fipardo – aan Global Business (Communications) van De Ruiter. (Zie mails van Ilse Rense / ING)
Namens Fipardo Holding, de handelstak van het trustbedrijf, stuurt accountmanager Carol Ho een fax aan Dennis Kooren van de ING Trustdesk over electronic banking (EB) abonnementen. Zo’n abonnement of pakket geeft de abonnee de bevoegdheden om te beschikken over het betalingsverkeer van de cliënten. ‘Zoals telefonisch besproken’ vraagt Ho aan Kooren om twee ‘EB-pakketten’ aan te vragen.
Voorafgaand aan dit verzoek per fax heeft Fipardo Holding B.V. dus al telefonisch overlegd met de bank. ING werkt mee aan de splitsing van het betalingsverkeer van de handelstak en respectievelijk het trustbedrijf. Het is vreemd om twee aparte electronic banking abonnementen te hebben. Voor een bedrijf met zes medewerkers en achtendertig klanten zijn twee van die pakketten omslachtig en onnodig duur. Tenzij je een apart account wilt om ‘niet-trustactiviteiten’ buiten het toezicht van DNB te houden.
De vennootschappen uit ‘EB-Pakket 1’ horen bij de ‘handelstak’ met doorstroomvennootschappen en herfacturatie (factoring), die later alle zijn veroordeeld voor witwassen. ‘EB-Pakket 2’ hoort bij het (reguliere) trustbedrijf, dat onder toezicht staat van DNB. Hieronder vallen de trustkantoren, alsmede enkele privé-vennootschappen van De Ruiter. Fipardo Holding B.V. en ING spreken onderling en in hun correspondentie uitsluitend over: ‘boven’ (handelstak) respectievelijk ‘beneden’ (trusttak), zie Stap 12. Boven en beneden zijn geen bekende, laat staan erkende banktermen.
In het faxbericht geeft Carol Ho precies aan welke vennootschappen onder pakket 1 en pakket 2 vallen. Voor de witwassende handelstak gebruikt de latere ING Trustdesk-directeur Armand Ferreira in onderstaande mail aan Erwin de Ruiter de term ‘niet-trustactiviteiten’ (in plaats van ‘boven’).
In 2004 begin ik met De Ruiter, die sinds 2003 vanuit Monaco werkt, met oriënterende gesprekken over de verkoop van het trustbedrijf aan hem. Op 15 maart 2005 schrijf ik De Ruiter dat de samenwerking mij niet bevalt en dat ik het trustbedrijf wil verkopen. De Ruiter wil het graag kopen, maar heeft onvoldoende geld.
Voor VDMTN heb ik met mijn moederbedrijf Van Doorn Management Holding bv een klantenportefeuille gekocht. Ik heb daardoor een vordering van 1,7 miljoen euro op VDMTN, c.q. VDMH. Deze vordering was converteerbaar in aandelen VDMH. Ik kan daarmee, zoals gezegd, op elk gewenst moment de onderneming naar mij toetrekken. Daardoor ben ik (c.q. mijn vennootschap Wilhelmina NV) feitelijk de eigenaar van VDMH, VDMTN en Fipardo Holding. De feitelijke bedrijfsvoering is in handen van De Ruiter, die vanuit Monaco en later vanuit Dubai de directeuren Paap en Rozenboom aanstuurt.
De onderhandelingen met De Ruiter lopen spaak. Over de koopprijs van 2.080.000 euro zijn wij het eens, maar De Ruiter en zijn vennootschap Caute Investments Ltd (CIL) geven geen zekerheden. De Ondernemingskamer beschrijft de gang van zaken als volgt in zijn beschikking van 24 juli 2007 (onder 3.3):
‘In juli is begonnen met het voornemen VDM te verkopen aan Caute Investments Ltd, een door De Ruiter gecontroleerde vennootschap, tot uitvoering te brengen. (…) Alles leek gereed voor de voorgenomen overdracht (…) zij het dat over de aan Wilhelmina te verstrekken zekerheden nog definitieve afspraken moesten worden gemaakt…’‘
De directie (Paap en Rozenboom) besluit het voorstel te accepteren en de verkoopopbrengst EUR 2.080.000 aan te wenden om de lening van N.V. maatschappij Wilhelmina geheel af te lossen. Het restant zal worden aangewend om de lening van ING Bank af te lossen. Een dezer dagen zal de directie contact opnemen met de notaris om bovenstaande verkoop juridisch te laten passeren.’
(De kern van de notulen van de aandeelhoudersvergadering onder voorzitterschap Sam van Doorn, volgens de beschikking van de Ondernemingskamer van 22 maart 2006)
De directeuren van VDMH, Paap en Rozenboom ondertekenen volgens de Ondernemingkamer echter een andere versie van de notulen ‘waarin de aflossing van Wilhelmina en van de ING Bank niet voorkomen’. Door deze weglating konden mijn vennootschap Wilhelmina en ik naar ons geld fluiten. De Ondernemingskamer zal dit wanbeleid noemen.
(De kern van de notulen van de directievergadering volgens de beschikking van de Ondernemingskamer van 22 maart 2006)
De Ondernemingskamer over het verdere verloop: ‘Op 15 augustus worden de aandelen in Van Doorn The Netherlands (bedoeld wordt: VDMTN) en Fipardo Holding aan Caute overgedragen en kort daarna volgen de in de notulen aangegeven percentages van aandelen in de overige werkmaatschappijen.’
‘Van Doorn weet dat de Ruiter/Caute het geld niet hebben om de koopprijs ineens te voldoen (…) maar vertrouwt erop dat een bevredigende betalingsregeling en vooral ook bevredigende zekerheden zullen worden overeengekomen in de geest van de besprekingen die al sedert 2004 zijn gevoerd (…) Ook heeft De Ruiter aan Van Doorn gesuggereerd dat hij wellicht in staat zal zijn derden te vinden die de overname geheel of gedeeltelijk willen financieren.’
‘Als de Ruiter op 1 september 2005 uit Curaçao in Amsterdam aankomt en rechtstreeks met Van Doorn onderhandelt weigert hij mee te werken aan verpanding van de 51% van de aandelen in Cofimo Sam en weigert hij ook en vooral aan Van Doorn/Wilhelmina conversierechten op de aandelen in Caute te geven. Van Doorn en de Ruiter gaan met ruzie uit elkaar.’
Volgens de Ondernemingskamer (3.5) heeft de algemene vergadering van aandeelhouders de overdracht van de aandelen aan Caute in strijd met artikel 16 lid 6 aanhef en onder c van de statuten niet vooraf goedgekeurd. Het bestuur van VDMH was weliswaar akkoord gegaan op 12 augustus 2005, maar dat is niet de bedoelde goedkeuring. ‘Ook al omdat de Ruiter op die dag geen bestuurder van VD Corporate Development meer was en Van Doorn, die dat op die dag wel was, niet zijn goedkeuring heeft gehecht aan de transactie zoals die uiteindelijk heeft plaatsgevonden.’
Kort na de ‘verplaatsing’ van de aandelen hoor ik, in de trein naar Istanbul, voor het eerst dat De Ruiter mijn trustbedrijf heeft gestolen met valse documenten. Ik ken Jan Zegering Hadders, bestuursvoorzitter van ING Nederland, zo goed dat ik zijn privé-nummer in mijn mobiele telefoon heb zitten. Ik bel hem ’s avonds thuis. Zegering Hadders zegt zes jaar later over dit telefoontje als getuige tegen de rechter-commissaris: ‘De heer Van Doorn belde mij vanuit de Oriënt Express bij de grens van Griekenland. De heer Van Doorn leek compleet in paniek (…) De heer De Ruiter moest Van Doorn terug betalen middels het door hem overgenomen trustbedrijf van Van Doorn. Nu was Van Doorn ter ore gekomen dat De Ruiter het trustbedrijf aan het leeghalen was en hij vroeg mij alle rekeningen te blokkeren.’
Directeur Toni van het Hof, de opvolger van Dennis Kooren bij de ING Trustdesk, is op de hoogte van mijn telefoontje. Op 19 januari 2012 verklaart hij hierover als getuige tegen de rechter-commissaris in de civiele zaak van mij tegen ING Bank onder ede: ‘Ik weet zeker dat ik op 4 september 2005 werd gebeld met de mededeling dat ik Zegering Hadders moest bellen. Ik weet zeker dat het zondag was, want ik was die dag op de boot. Ik hoorde toen van Zegering Hadders dat er paniek was bij Van Doorn, dat er dingen zijn gebeurd die niet zo hadden behoren te lopen en dat ik een afspraak moest maken voor een bijeenkomst van Zegering Hadders, Van Doorn en mijzelf. Hij heeft mij niet over de inhoud verder ingelicht. Dit was dan ook de reden dat ik op 5 september 2005 Paap (de directeur van het trustbedrijf, SvD) heb gebeld om te vragen wat er speelde. (…) Paap vertelde mij dat er onenigheid bestond over de uitkoop tussen Van Doorn en De Ruiter in verband met de zekerheden die daarvoor gesteld moesten worden. Op 9 september 2005 vertelde Van Doorn mij dat de cliëntvennootschappen ‘verplaatst’ waren en dat de aandelen van de vennootschapstructuur zelf ook waren ‘verplaatst’. Paap vertelde mij daarover een heel ander verhaal en dat Van Doorn voor deze aandelenverplaatsing zelf had getekend.’ De Ondernemingskamer zal daar in 2006 en 2007 heel anders over denken. (Zie ook Waarschuwing 1)
‘Verplaatsing’ is niets anders dan diefstal, omdat de aandelen zonder te betalen in handen komen van De Ruiter.
Daags na mijn ongeruste ‘Beste Jan’-memo (zie de afbeelding in de zijbalk hiernaast), ontvang ik een brief van Jan Zegering Hadders per fax. Volgens hem zijn meerdere mensen mij ter wille en bereid concrete voorstellen te doen. En hij suggereert dat ik uiteindelijk zal krijgen waar ik recht op heb “en mogelijk zelfs eerder dan oorspronkelijk gepland”.
Zegering Hadders denkt dus aanvankelijk met mij mee en begrijpt goed waarom het gaat. Maar uiteindelijk krijg ik helemaal niet waar ik recht op heb, omdat ING wil verdoezelen dat zij Fipardo’s witwaspraktijken faciliteerde van 2003 tot eind 2012.
In verband met de diefstal heb ik (via mijn Wilhelmina nv) beslag laten leggen op de rekeningen van (onder meer) VDMTN en de Stichting Beheer Derdengelden Van Doorn. De rekening van de stichting is bedoeld voor geld van cliënten.
Erwin de Ruiter schrijft op 7 september 2005 om 11:13 aan Toni van het Hof hoe hij zich onder de belaglegging en het pandrecht uit wil wurmen: ‘Mocht uitoefening van het pandrecht slagen, dan kan Wilhelmina enkel de in pand gegeven aandelen van 20.000 Euro nominaal naar zich toehalen. Inmiddels is er een aandeelhoudersbesluit van VDM NL tot uitgifte van 170.000 Euro nieuw aandelenkapitaal waardoor de Wilhelmina zou verwateren tot 10,53%.’
Met een aandelenemissie wil De Ruiter het VDMTN-kapitaal bijna vertienvoudigen, waardoor mijn pandrecht terugloopt tot 10,53% van het aandelenkapitaal. De beslaglegging raakt daardoor slechts een tiende van het bedrijf. Op 28 september vraagt Edward Paap om 16:46 aan Toni van het Hof om hem daarbij te helpen: ‘Is het mogelijk om morgenochtend geld van de rekening van Van Doorn Management (The Netherlands) BV over te boeken (middels spoed) om de kapitaalstorting voor emissie van aandelen te bewerkstelligen en dit bedrag na zeg een kwartier (of minder) middels spoedoverboeking te retourneren? Je begrijpt dat dit is om een eventuele beslaglegging te voorkomen.’
Uit twee bankafschriften blijkt dat ING op 29 september 2005 inderdaad meewerkt aan het overboeken van € 1.144.000 van de Stichting Beheer Derdengelden Van Doorn naar Van Doorn Management The Netherlands onder vermelding van ‘kapitaalstorting voor emissie aandelen’. ING stort hetzelfde bedrag op 29.09 terug onder vermelding van ‘Lening Caute Investments Ltd. /Istvar Consultancy BV’. Caute Investments Ltd is een vennootschap van De Ruiter, Istvar Consultancy is een vennootschap van Paap.
Na een kwartier komt het geld met spoed terug op de rekening met gelden van cliënten. Maar wel in de vorm van een lening en dus als een schuld aan de vennootschap van De Ruiter (CIL) resp. Paap (Istvar). Toni van het Hof zal dit later onder ede betitelen als ‘een kasrondje’, dat niet ongebruikelijk zou zijn in de trustwereld. Maar het is hoogst merkwaardig dat Van het Hof hieraan meewerkt. De Ruiter heeft hem namelijk op 26 september 2005 om 9:55 nog in een mail geschreven dat het om geld van cliënten gaat: ‘Verder ga ik ervanuit dat beslag op stichting derdengelden onrechtmatig was. Het is geld van cliënten…..!’ De Ruiter heeft cliëntengeld gebruikt met hulp van Toni van het Hof (ING).
Bestuursvoorzitter Jan Zegering Hadders van ING Nederland lijkt de zaak op dit moment nog serieus te nemen. Op donderdag 27 oktober 2005 stuurt zijn secretaresse Leonie Lafleur mij namens hem om 6:52:57 uur een e-mail met de volgende boodschap: ‘Sam, ik heb Leo Spruijt op de zaak gezet. Hij heeft mij inmiddels duidelijk gemaakt dat er hard gewerkt is en wordt aan een voorstel tot oplossing met als doel uiteindelijke aflossing van vorderingen. Er wordt daarover binnenkort kontakt met je opgenomen. Leo Spruijt onderzoekt ook of het inhoudelijke doel van het door jou gevraagde informatieve gesprek kans van slagen heeft. Hij neemt hiertoe het initiatief.’
Spruijt krijgt het rapport van mediator Harry Bosman, jurist en voormalig directievoorzitter van accountantskantoor Mazars Paardekooper Hoffman, waar De Ruiter en Paap voorheen ook werkten. In de slotrapportage van Bosman staat onder meer dat hij tot zijn spijt moet constateren dat in het bijzonder het onderwerp van de zekerheden niet afdoende kon worden opgelost. ‘De door Sam, onder andere, verlangde verpanding van de aandelen in Cofimo SAM en de persoonlijke borgstelling door Erwin bleken voor Erwin onaanvaardbaar.’ (Cofimo SAM is de vennootschap van De Ruiter in Monaco).
Erwin de Ruiter stuurt de slotrapportage vrijwel direct naar Toni van het Hof van de ING Trustdesk. De Ruiter concludeert dat ING nu verder niets meer doet. Maar: ‘Alvorens ik naar een andere bank/financier (…) ga uitzien, graag jouw bevestiging. Vooralsnog heb ik enkel behoefte aan een aanvullende financiering van 250.000 Euro ter voldoening van de restschuld aan VDT ten belope van dit bedrag.’ VDT is mijn moederbedrijf; De Ruiter probeert geld van ING te lenen om die schuld af te lossen.
Erwin de Ruiter is in Amsterdam. Om 17:34 stuurt hij vanaf het mailaccount van Edward Paap een ‘zeer vertrouwelijke’ e-mail naar Marcel Schalkx van de afdeling DCR/Afwikkeling van ING, naar aanleiding van Schalkx’ gesprekken met de directie van het trustbedrijf (VDMH).
De Ruiter mailt dat DNB nog even geen vergunning geeft aan VDMTN ‘gezien de huidige problematiek tussen de aandeelhouders’. Daar staat tegenover dat Edward Paap voor zijn vennootschap Istvar B.V. een vergunning heeft aangevraagd. ‘De definitieve vergunning is een kwestie van enkele weken. Ik meld u dit omdat het gevolg uiteindelijk zou kunnen zijn dat het Amsterdamse trustkantoor VDM NL, populair gezegd, zijn langste tijd wel eens gehad kan hebben. Gezien onze langdurige en goede relatie denk ik dat u hiervan op de hoogte moet zijn. Wel wil ik u met klem verzoeken deze informatie met de grootste voorzichtigheid te behandelen.’
De Ruiter sorteert voor op diefstal (c.q. uitspanning) van het bedrijf. Schalkx laat zes dagen later weten dat hij het voorstel intern zal bespreken met het ING Kantoor Amsterdam. ‘In verband met de voorjaarsvakantie van de heer Van het Hof zal dat eerst na 27 februari kunnen plaatsvinden. Wij hopen u zo spoedig mogelijk te kunnen berichten.’
De heer Toni van het Hof is terug van vakantie en stuurt om 14:41 een e-mail naar De Ruiter. ‘Ik heb via collega Marcel Schalkx jouw voorstel gezien en (…) e.e.a. besproken. Wat opvalt is dat Sam zijn gelijk wil halen, ook bij elke afwijzing van de rechtbank. Het zal een procedure worden op vele gebieden en de tijd van het procederen zal een lange weg gaan worden.’
De Ruiter reageert binnen het half uur: ‘Ik begrijp de verwarring. Ja, Sam gaat door roeien en ruiten. Maakt niet uit, wij draaien uitstekend en hebben alle tijd. Restschuld ok. Aflossing liever per kwartaal, dan blijft de vaart erin. Zou een en ander zsm willen regelen.’
Zes minuten later antwoordt Van het Hof, met een cc aan Schalkx: ‘Erwin, overleg eens met je advocaten. Er zijn mogelijkheden die ik graag ook intern wil voorleggen.’
Ik stuur bestuursvoorzitter Jan Zegering Hadders van ING Nederland de beschikking van de Ondernemingskamer d.d. 22 maart 2006 over de handel en wandel van De Ruiter, Paap en Rozenboom. ‘Ik vraag hiervoor graag de aandacht van jou of jouw juristen. Ik ben erg ongelukkig met de gehele gang van zaken. Het blijkt een grote graaipartij te zijn geweest in mijn vennootschappen. Op 26 april hoop ik mij mijn bedrijven wederom te kunnen toe-eigenen, waarna ik een schoonmaakoperatie zal starten om alles in het reine te brengen. Als dat allemaal achter de rug is zal ik graag met jouw staf spreken over de toekomst van onze bancaire relatie.’
Volgens de Ondernemingskamer zijn er gegronde redenen om aan de juistheid van het beleid van Paap en Rozenboom te twijfelen. Het Hof benoemt een onderzoeker die moet nagaan of er daadwerkelijk sprake is van wanbeleid. Ja, zal het hof op 24 juli 2007 zeggen, zie Stap 3.
Toni van het Hof stuurt enkele dagen na mijn mail aan Zegering Hadders, om 15.52 uur een familiaire mail aan De Ruiter in Monaco: ‘Erwin, dank voor je reactie. Ik was afgelopen week in Cogolin (nabij Saint-Tropez) om van jullie heerlijke weer te genieten. We wachten even rustig af totdat je aangeeft dat ze kunnen aflossen.’ (Doelend op mijn brief aan Zegering Hadders d.d. 12 april 2006, zie punt hierboven): ‘Sam tracht overigens weer hoog in de boom allerlei dingen. Daar is men hem inmiddels ook zat. Wij voeren inmiddels de limieten in.’
In het getuigenverhoor van 19 januari 2012 zegt Toni van het Hof over dat ‘hoog in de boom’ onder ede dat hij het een extra belasting voor hem zelf en voor de afdeling vond dat ik mij bleef wenden tot Zegering Hadders, ‘terwijl de oplossing naderbij was’…
Op 24 juli 2007 stelt de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam vast dat de directie van het trustbedrijf zich inderdaad heeft bezondigd aan wanbeleid. De kamer vernietigt de verkoop en de levering van de aandelen van de vennootschappen aan Caute Investments Ltd (CIL). Het hof ontslaat mij en Paap als bestuurders van VDCDG. De volgende dag laat ik deze beschikking sturen naar de Trustdesk van ING en aan Jan Zegering Hadders. Laatstgenoemde is volgens zijn out of office reply tot 14 augustus op vakantie.
Op 30 juli 2007 – dus nog geen week nadat de Ondernemingskamer de aandelendiefstal terugdraait – stuurt Ilse Rense van ING’s Trustdesk om 12:41 een e-mail aan Farida van Looij-Aghadir van de Caute Groep (de groep van De Ruiter) met een cc aan directeur Ernst Jaap Rozenboom: ‘Hee Farida, ik heb al antwoord terug : – ) We kunnen Fipardo één op één omhangen naar bijvoorbeeld Global. Dus laat mij svp zsm weten, dan kan ik daarvoor zorgen (ik moet dit namelijk op een speciale manier naar onze back office aangeven). Er gaan dan op die manier geen gegevens verloren!’
Het ‘omhangen’ van het electronic banking pakket (EB) naar een ander bedrijf betekent dat al het betalingsverkeer van de bijbehorende doorstroomvennootschappen – en dus de witwas-handel – overgaat naar een bedrijf waar De Ruiter de baas is, te weten ‘Global’ (wat staat voor Global Services & Communications B.V.). Zo neemt De Ruiter niet alleen feitelijk de bedrijfsactiviteit over. Bovendien houdt hij zo de betalingsgeschiedenis van het witwassen onder controle. Want hij wil uiteraard niet dat ik achter de witwastransacties kom. (Als ik die later toch ontdek en aangifte doe tegen De Ruiter leidt dat tot zijn veroordeling.)
Enkele minuten na de mail aan Farida stuurt Rense een e-mail aan Rozenboom, met een cc aan Philomena Ferreira van ING: ‘Beste Ernst Jaap, ter info: als we rekeningen uit pakket A halen en opvoeren in pakket B dan blijf je in A alle historie zien, totdat jullie zelf de rekening uit pakket A verwijderen. Dit geldt ook als jullie geen back-up maken. Dus in jullie geval: als je rekeningen van het EB-pakket wat beneden staat naar boven verplaatst, blijf je de historie beneden zien, tenzij jullie zelf de rekening verwijderen.’ Met ‘beneden’ en ‘boven’ doelt Rense op de delen van het trustbedrijf die wel respectievelijk niet onder toezicht van DNB vallen. ‘Boven’ is de handelstak, die later voor honderden miljoenen euro’s blijkt te hebben witgewassen. ‘Beneden’ is het reguliere trustbedrijf.
Een uur of twee later stuurt Rozenboom een e-mail naar Paap. ‘Ha chef, alles wel onder de tropische zonneschijn, naar ik hoop? Rustige dagen gehad, hoop ik? Het weekend hier was prima, lekker tot rust gekomen in niet eens al te beroerd weer. Maar ter zake: het EB, beneden en boven. Om met dat laatste te beginnen: op dit moment staat het op naam van Fipardo Holding BV (waar Sam overigens nog altijd als commissaris is, maar dat terzijde). Het idee is om die relatie op te zeggen en het EB op naam van een andere vennootschap te zetten: Global Business & Communications (The Netherlands) BV. Dat klopt, toch?’
Rozenboom vervolgt: ‘Wel, volgens Ilse Rense kan dat zonder dat we er in de praktijk iets van merken: gegevens blijven een op een zichtbaar in het huidige pakket boven, er gaat ook geen historie verloren. Enige nodige is een brief van Fip. Holding waarin wordt gevraagd de aansluiting met contractnummer…. om te zetten van Fipardo H naar Global. Dan moet het rekeningnummer van Global opgegeven worden, zodat daar de maandelijkse EB-kosten (€ 6, zei Rense) automatisch van gedebiteerd kunnen worden. Voilá.’
Volgens Rozenboom is een schriftelijk verzoek dus genoeg voor de overdracht van het EB-pakket en het betalingsverkeer voor de klanten aan Global Business BV. Rozenboom vervolgt:
‘Dan beneden. Vrijdag met jou en Erwin gesproken dat alle vervuiling daar uit moet, en alleen de cliënten van CM (NL) blijven zitten. Bijgaand een overzicht van rekeningen van niet-cliëntvennootschappen van CM (NL). Volgens Ilse kunnen die prima over, uiteraard blijft de historie beneden erin staan – overgang duurt vijf dagen. Nou ben ik er niet zeker van welke over moeten – vallen de directeurschappen van Annemiekes vennootschappen nu wel of niet onder de vergunning? En moet Caute Management ook uittreden uit Wordwile Leisure, Fipardo, Comp voor Maritieme belangen en wat dies meer zij? Nu, graag jouw mening dienaangaande, ik wacht af met de zaak starten tot ik van jou gehoord heb.’
Op 6 augustus 2007 faxen Rozenboom en Paap namens Fipardo Holding aan Rense: ‘Zoals wij afgelopen week en vanochtend besproken hebben, dient ons Electronic Banking-pakket met relatienummer 79235379 “omgehangen” te worden. Op dit moment staat het op naam van Fipardo Holding BV, maar hierbij wil ik je verzoeken het om te hangen naar Global Business & Communications (The Netherlands) BV. Van deze vennootschap is het relatienummer 24847364. De rekening waarvan de vaste EB-kosten automatisch afgeschreven kunnen worden, is 66.17.66. 896. Graag ontvang ik van je een bevestiging hiervan.’
Ilse Rense faxt vervolgens een memo naar de back office van ING, waarin zij een collega vraagt het abonnement van Fipardo Holding B.V. om te hangen naar Global Business & Communications (The Netherlands) B.V. ‘Global’ is net als Fipardo gevestigd op de Keizersgracht 239. Alleen is Global een vennootschap waar De Ruiter de volledige zeggenschap over heeft en ik geen enkele.
Susan Redelaar van The Sovereign Group, een corporate & trust service provider op Gibraltar, is een bevriende relatie. Zij wijst mij op brieven waarin klanten van Fipardo worden overgehaald over te stappen naar ICM, het nieuwe trustbedrijf van De Ruiter. Op 12 november laat De Ruiter Dear Mr. Erturk weten dat Paap en de compliance officer van Fipardo zaken niet adequaat hebben afgehandeld. De Ruiter verontschuldigt zich hiervoor ‘oprecht’, zonder al te diep in te gaan op de oorzaken van de missers.
Vanwege die missers beveelt De Ruiter ‘highly’ zijn trustbedrijf Intercity Corporate Management BV aan, dat onderdeel is van ‘the Caute Group’. De directeuren van ICM zijn gekwalificeerde (fiscaal)juristen met een vergunning van DNB. ‘In order to avoid closing of bank accounts for clients I agreed with the director of ING the smooth change of signatories from CM NL to ICM on the existing bank accounts. Choosing another trust company wil most probably result in the opening of a new account and delaying due diligence procedures.’
En dit is precies wat er gebeurt op 4 december 2007 (zie stap 14). De Trustdesk van ING fiatteert de overdracht van de beschikkingsbevoegdheid aan ICM zonder verifieerbare UBO-opdrachten, conform arrest 9 december 2008.
Namens ICM stuurt mr. T.H.B. de Monchy een brief aan de heer R. Dingjan van ING’s Rayonkantoor Amsterdam Zuidoost. Het betreft de ‘overdracht bankrekeningen op Electronic Banking van Intercity Corporate Management B.V.’
‘Zoals telefonisch reeds met u besproken, is Intercity Corporate Management BV recentelijk van een relatief groot aantal vennootschappen directeur geworden. Deze vennootschappen zijn reeds bij uw Trustdesk bekend en hebben een bankrekening bij de ING Bank. Bijgaand treft u een lijst aan van de betreffende vennootschappen. Wij verzoeken u vriendelijk de bankrekeningen van deze vennootschappen onder ons Electronic Banking system te brengen. Van elke vennootschap is er een kopie van het uittreksel van de Kamer van Koophandel, een kopiepaspoort van de UBO alsmede een UBO opdracht bijgevoegd.’
Dezelfde dag draagt ING de bankrekeningen over op het electronic banking pakket (EB) van ICM. ING heeft echter niet al de benodigde gegevens gekregen. De bank eist normaal gesproken een lijst van know your customer (KYC)-informatie, waaronder een kopie van het paspoort en een ‘Declaration of identity of the UBO’, zie de afbeelding hieronder:
De UBO-opdracht is voor een bank essentieel om te kunnen fiatteren dat de beschikkingsbevoegdheid over een bankrekening wordt overgedragen. Maar op 4 december 2007 zette ING het EB-pakket van VDM(TN)/Caute over op ICM, terwijl de bank nog niet alle informatie binnen had.
Op 20 mei 2008 heeft de bank de informatie nog steeds niet op orde, zo blijkt. Die dag heeft De Nederlandsche Bank tijdens een toezichtbezoek en in een gesprek met De Monchy vastgesteld dat de cliëntacceptatiedossiers niet voldoen aan de vereisten van de Regeling integere bedrijfsvoering. Op 30 juli 2008 schrijft de toezichthouder hierover in een brief (paragraaf 2.2.1): ‘Uit onderzoek is gebleken dat onvoldoende is vastgelegd op welke wijze is vastgesteld wie als UBO van de bepaalde doelvennootschap kwalificeert dan wel op welke wijze is vastgesteld dat er geen UBO is. (…) Voorts is gebleken dat niet in alle gevallen voldoende is vastgelegd wanneer en op welke wijze de identiteit van de UBO is geverifieerd.’
Uit de vastleggingen in de cliëntacceptatie blijkt bovendien dat er onvoldoende kennis is over de herkomst van zijn vermogen van de doelvennootschap en dus de UBO. Een enkele verklaring van de UBO of diens vertegenwoordiger is namelijk niet voldoende.
Wat betekent dit? Als in mei 2008 uit de dossiers blijkt dat de UBO’s niet zijn geïdentificeerd, kan De Monchy in december 2007 niet naar waarheid verklaren dat hij UBO-opdrachten naar ING heeft gestuurd en kan ING ook nooit UBO-opdrachten hebben ontvangen. ING kan hooguit brieven hebben ontvangen waarin vertegenwoordigers van de UBO’s verklaren dat zij het dossier van hun vennootschappen willen overdragen aan ICM. Daarbij gaat het in veel gevallen echter om brieven die De Ruiter zelf heeft ondertekend of heeft laten fabriceren op briefpapier van andere pseudo-vertegenwoordigers van UBO’s.
Deze brief van De Ruiter is geen UBO-opdracht. De Ruiter verklaart zelf dat hij die overdrachtsbevoegdheid namens de UBO heeft. Door deze brief als UBO-opdracht te accepteren, licht ING de hand met haar eigen complianceregels (en die van DNB d.d. 2009).
Ik schrijf directeur A.G Ferreira van ING’s Trust Clients & European Business Desk Nederland dat de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam mij op 12 december jongstleden heeft benoemd in het bestuur van Caute Nederland, samen met mr. D.N. Kruijt.
‘Wij troffen een grote chaos aan. Het is ons voornemen om per dossier de orde te herstellen. Uw brief heeft ons het gevoel gegeven dat uw bank ons steunt om alle zaken rond Caute NL volstrekt op orde te brengen. Wij waarderen dit.’
Ik schrijf hem verder dat DNB ons kantoor heeft laten weten dat niets onze vergunning in de weg hoeft te staan na het vertrek van de heren Paap, Rozenboom, mede-aandeelhouder Roy Saunders en De Ruiter. Bij de houding van DNB speelt mee dat Van Doorn Management Holding BV – mijn moederbedrijf, dat van oudsher geen trustbedrijf is maar een vermogensbeheerder – in het verleden al een bankvergunning had en ikzelf thans over een vergunning als vermogensbeheerder beschik.
‘Ons onderzoek – dat niemand zal sparen – heeft reeds, waar het de correcte UBO-administratie betreft, onregelmatigheden aan het licht gebracht. Zo is ons onder meer gebleken dat er dossiers zijn overgedragen aan Trustkantoor ICM zonder ons medeweten en zonder een correcte UBO-opdracht. De grootste voorzichtigheid is hier zodoende geboden.’
Het ontbreken van correcte UBO-opdrachten roept een uiterst defensieve reactie op van Ferreira. Hij schrijft mij op 20 december 2007 dat de bank geen boodschap heeft aan de Ondernemingskamer. Die uitspraak betekent volgens de bank niet dat zij de rekeningen van de twee Stichtingen Derdengelden, waarover De Ruiter het betalingsverkeer van de doorstroomvennootschappen laat lopen, kan blokkeren op mijn verzoek. Bij de KvK sta ik namelijk niet te boek als bestuurder van die stichtingen.
ING beschermt De Ruiter niet alleen hiermee, maar weigert mij ook inzage te geven in de betalingshistorie van het trustbedrijf en de derdengeldenstichtingen. Ferreira vervolgt:
‘Naar aanleiding van uw e-mail van gisteren voerden wij spoedoverleg met onze juristen. Dit heeft ons tot de slotsom gebracht dat uw verzoek om de rekeningen van de in hoofde genoemde stichtingen te blokkeren elke rechtsgrond ontbeert. De uitspraak van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam heeft geen invloed op de bestuur- en vertegenwoordigingsbevoegdheid een van de beide stichtingen.’
‘Op basis van zowel de statuten van de twee stichtingen, als de gegevens bij de Kamer van Koophandel, worden de stichtingen bestuurd door de heren Paap en Rozenboom en De Ruiter, respectievelijk mevrouw Ruijter-van Westing. Wij hebben de heer mr. B.A. Beenen van Rechtstaete, die zich, naar nu blijkt terecht, heeft beklaagd over het door de bank blokkeren van bestaande bevoegdheden, vandaag laten weten dat de oorspronkelijke bevoegdheden door de bank worden gerespecteerd, waardoor er weer (…) over de rekeningen kan worden beschikt.’
Deze uitspraak over de bevoegdheden is volkomen onjuist, zo zal de kortgedingrechter enkele weken later bevestigen. Bestuurders van de Stichtingen Derdengelden moeten statutair verbonden zijn aan VDMH, waarvan ik nog steeds directeur ben, terwijl de Ondernemingskamer Paap en Rozenboom heeft ontslagen wegens wanbeleid. ‘Onze juristen’ van ING moeten dat geweten hebben.
Als reactie op mijn juridische acties – waaronder beslaglegging bij de bank – stuurt Ferreira mij als bestuurder van Caute Management The Netherlands opnieuw een brief. Die komt erop neer dat hij geen coulance meer heeft met CMTN gezien de compliance-gebreken.
‘Geachte heer Van Doorn (…) ING Bank loopt vanuit compliance oogpunt substantieel risico met de rekeningen van Caute Management NL die momenteel door ING Bank worden beheerd. Caute Management NL beschikt nog altijd niet over een Wtt-vergunning van DNB. Daarnaast zijn de meeste dossiers niet in overeenstemming met de door de bank gehanteerde regels op het gebied van Compliance. Zo ontbreken diverse relevante documenten, waardoor de bank onder meer kwetsbaar is voor sancties.’
Ferreira wil zijn handen van mijn trustbedrijf aftrekken. Officieel, omdat de ruzie en de procedures te veel overlast bezorgen. Maar in feite is hij natuurlijk doodsbang dat het witwassen en de hulp bij de klantendiefstal aan het licht komen. Ferreira: ‘Daarnaast neemt het beheer van de rekeningen onevenredig veel tijd en energie in beslag, mede gezien de vele rechtszaken van partijen die elkaar over en weer beschuldigen van wanpraktijken. Wij worden dagelijks benaderd door partijen en hun cliënten en vertegenwoordigers, die niet begrijpen waarom ING Bank hun middelen niet kan vrijgegeven vanwege de opgelegde beslagen. Dit resulteert voor ING Bank in een zo langzamerhand onhoudbare positie.’
Om de geblokkeerde rekeningen van de trust weer te kunnen activeren heeft Ferreira op 28 januari 2008 gevraagd om de volgende documenten:
- Aangepaste KvK voor elke cliëntvennootschap, alsmede uw eigen rekeningen bij ING Bank, waaruit blijkt wie de rechtmatige bestuurders zijn;
- Vereiste documenten voor het compliant maken van de cliëntdossiers;
- Legitimatie van alle bestuurders, tekenbevoegden en gevolmachtigden.
Ferreira geeft dus toe dat de cliëntdossiers niet op orde zijn. Dat betekent feitelijk dat de bank ook niet akkoord had mogen gaan met de overdracht van cliënten aan ICM. Maar het geduld van de bank met het trustbedrijf is nu op. ‘Mede op basis van bovenstaande heeft ING Bank na zorgvuldig beraad besloten om de coulanceperiode voor Caute Management NL per 1 maart 2008 te beëindigen. (…) Wij adviseren u om in de nog resterende periode het aantal telefonische contacten met medewerkers van ING bank tot een minimum te beperken. (…)”
Nadat de Ondernemingskamer mij in december heeft benoemd tot directeur van het trustbedrijf vraag ik ING om meer informatie over betalingen, waarvoor de bank kosten factureert aan Fipardo Holding. Ik krijg een afwerend antwoord van Trustdesk-directeur Armand Ferreira en senior accountmanager D.P. (Dennis) Schmitt. Over de periode voor het vierde kwartaal 2007 kan ik ‘kopieën opvragen bij de toenmalige directeur, u welbekend’. Maar: ‘ING is niet gerechtigd om u informatie te verschaffen over de periode waarin u niet de directie voerde over CMTN en Fipardo Holding BV.’
De bank weigert mij, als directeur, dus informatie te verschaffen over mijn eigen bedrijf en vindt dat ik die moet vragen bij de directeuren die de Ondernemingskamer heeft ontslagen wegens wanbeleid.
De bank verbrak dus de banden met mij vanwege de rotzooi die De Ruiter heeft achtergelaten (zie Stap 16). Ferreira en zijn Trustdesk blijven De Ruiter echter wel bedienen. Totdat Edward Paap in december 2012 in voorlopige hechtenis wordt genomen wegens de verdenking van witwassen. Ik was in die tijd ook graag klant gebleven.